maandag 5 september 2016

Zomer 2016

Vrijdag 24 juni   We vertrekken via de Woudvaart uit Sneek voor een vaartochtje van een paar weken. Het is wisselend bewolkt maar de temperatuur is aangenaam. Over de Langweerderwielen en het Tjeukemeer gaat het naar Echtenerbrug, waar we willen overnachten. Op het Tjeukemeer krijgen we toch nog een bui regen. Als we Echtenerbrug binnen varen blijkt er aan bakboord aan het dijkje niemand te liggen en er zijn achter het dijkje nog al wat bouw activiteiten. Dan maar door de brug, aan bakboord is nog voldoende plaats bij de Stichting recreatie de Trije Doarpen. De wal is hier voorzien van een nieuwe steiger en stroom aansluitingen, de zaak is hier netjes voor elkaar.

Zaterdag 25 juni.  Het was prima overnachten in Echtenerbrug, of eigenlijk is het Delfstrahuizen aan deze kant van het water, maar we gaan weer verder. Het weer is beter dan is voorspelt, we kunnen lekker buiten zitten. We varen de Tjonger op. Het riviertje slingert met lange bochten door een open landschap. Na sluis 1 wordt de rivier een stuk smaller en is er wat meer bos in de omgeving, het is wel leuk varen door een mooi stukje natuur. Dit gedeelte van de Tjonger maakt deel uit van de Turfroute en voor de Trufroute moet worden betaald. Bij sluis 1 krijg je het bekende turfroute tasje met de nodige nuttige informatie en bij sluis 2 wordt betaald voor het vaarvignet. Het vignet kost € 20 . Daar tegen over staat dat er binnen het Turfroute gebied geen lig- of bruggeld is verschuldigd. Voorheen was een vignet het hele seizoen geldig en kon men met het zelfde vignet het hele jaar vrij in en uit varen, dat had een levendige handel onder de watersporters tot gevolg. Nu moet telkens bij binnenkomst van de route een vignet worden gekocht. Na sluis 3 komen we in de Opperlandsche Comagnonsvaart. Dit is niet het einde van de Tjonger, of liever het begin, we varen immers de rivier op, nee ze komt met een duiker onder de Compagnonsvaart door. De oorsprong van de Tjonger ligt in de buurt van de Drentse grens, maar de boven loop is niet bevaarbaar. Ons doel is richting Appelscha maar dat lukt vandaag niet meer en morgen, zondag, zijn de bruggen en sluizen gesloten. We hebben de keuze, of richting Appelscha en dan in Oosterwolde blijven, of naar Donkerbroek, wat een paar km. de verkeerde kant op is. We kiezen voor Donkerbroek omdat we daar de ligplaats leuker vinden dan in Oosterwolde. Onderweg is een draaibrugje die je zelf moet bedienen. Als ik bij het aanleggen aan het steigertje voor de brug de kop een beetje wil bij draaien blijkt dat de boegschroef het niet doet, dus dan maar even op de ouderwetse manier.

Zondag 26 juni.  We hebben een prima plaatsje aan een graswal. De weerberichten
voorspellen niet veel goeds voor vandaag, kans op buien met onweer, hagel en windstoten, we kennen dat verhaaltje wel. We laten ons niet gek maken en houden buienradar scherp in de gaten. We zien de ellende ten Oosten aan ons voorbij trekken, we hebben overwegend zonnig weer en geen spat regen. Na de koffie trekken we de wandelschoenen aan en maken een fijne wandeling door het bos, heerlijk weer. 's Middags kijk ik nog even wat het mankement van de boegschroef is, er blijkt een zekering van een relei stuk te zijn, dus dat was snel verholpen.

Maandag 27 juni  We varen vanaf Donkerbroek de Compagnonsvaart af via Oosterwolde naar Appelscha. In Oosterwolde zijn een aantal beweegbare bruggen die door één brugwachter wordt bediend. De brugwachter gaat op de fiets mee naar de volgende brug en als je rustig vaart staat de volgende brug al weer open. In Appelscha is voldoende ruimte aan de passanten steiger vlak bij de supermarkt, dus maar even de proviand aanvullen.

Dinsdag 28 juni   Vanaf Appelscha is het nog een klein stukje varen naar de Drentse Hoofdvaart en die volgen we vandaag tot Dieverbrug. Het schutten en de brugbediening gaat vlot. Als we in Dieverbrug komen is er nog voldoende ligplaats in de klok. Er is sinds een paar jaar een passantenhaven net door de sluis, maar wij kiezen er voor om in de kolk te blijven. Dieverbrug heeft een mooie omgeving dus we kunnen hier best een paar dagen blijven. De vouwfietsen, of zoals de Belgen dat zo mooi zeggen, de plooifietsen, gaan aan de wal en ik haal ze uit de plooi. We maken een heerlijk tochtje door het Drentse land en komen zo ook door Dwingeloo. Dwingeloo is een dorpje met een heel grote brink waar het dorp omheen ligt en het doet erg gezellig aan, zeker als het zonnetje zo lekker schijnt.

Vrijdag 1 juli   Tijd om weer een stukje te varen. Vandaag de laatste etappe op de Drentse hoofdvaart naar Meppel. Het blijkt redelijk druk in Meppel, hoewel, in de jachthaven is nog wel plaats, maar omdat we morgen ook willen blijven schutten we door de sluis, dat is mooi dicht bij het centrum. In het hoekje voor het pannenkoekschip is nog een plaatsje. Meppel heeft een heel gezellige binnenstad, dus we kunnen ons hier prima een dag vermaken.

Zondag 3 juli  We gaan weer terug door de sluis en varen het Meppellerdiep langs. Onderweg komen we een containerschip tegen. Al van verre was de stapel containers met daar bovenuit de stuurhut te zien. In Meppel nl. is een container terminal. Na Zwartsluis komen we op het Zwartewater. Een paar kilometer het Zwartewater op ligt Hasselt, daar blijven we overnachten. Buiten aan de kade is een prima ligplaats. Bij toeval hebben we contact met een achter achternicht, ze liggen met hun schip ook in Hasselt en 's avonds komt ze met haar man even lang, altijd reuze gezellig zulke onverwachtse ontmoetingen.

Maandag 4 juli   Vanaf Hasselt is het maar een klein stukje het Zwartewater langs en dan
Rodetorenplein. Hartje centum
ben je in Zwolle. We willen daar een paar dagen blijven en aan het Rodetorenplein lig je hartje centrum. Woensdag is in Zwolle de z.g. blauwvinger dag, een heel grote markt door het hele winkelcentrum van de stad, dus dat nemen we ook nog maar even mee.



Donderdag 7 juli   Zwolle was heel gezellig maar we gaan weer verder. Via de Spoolde sluis komen we op de IJssel. Er staat een flinke stroom op de rivier en dat is altijd prettig als je de rivier afvaart. We zijn dan ook vlot in Kampen. Ook in Kampen zijn we al meerdere keren geweest, maar het blijft leuk. Dus we schieten de Buitenhaven in waar een actieve havenmeester ons een mooi plaatsje toe wijst. Vooraan in de haven ligt een replica van een Kamper kogge. Ik ga het schip uit de middeleeuwen van dichtbij bekijken. Bij de loopplank staat een bord met info over lengte, breedte en dat soort zaken. Zo lees ik dat de max. snelheid rond de 8 knopen ligt en dat vind ik behoorlijk snel voor dit nogal primitief ogende schip. Ik raak aan de praat met een van de bemanningsleden van het schip en hij maakt mij verbazing nog groter. Hij vertelt dat ze met het schip naar Sail Delfzijl zijn geweest. Op de terugweg heeft de GPS, in een bui op het IJsselmeer de 11 knopen aan getikt, dat is dus bijna 20 km. p/u. Zo worden er ook tochten gemaakt naar de Oostzee en dan niet allen door het Kielerkanaal maar ook, zo als dat vroeger ging, door het Skagerak om Denemarken heen.
De man is met reden trots op dit schip.
Het is hier gezellig, we blijven nog een dag in Kampen.

De Vispoort
Zaterdag 9 juli   We gaan weer, we varen het Keteldiep uit en gaan BB uit het Vossemeer op. Als we bij de Roggebotsluis komen staat deze groen en kunnen we zo invaren. In Elburg gaan we naar binnen en hoewel het nog niet zo laat is ligt het al aardig vol. Net voor de jachthaven zie ik een box met een groen bordje. Het vraagt wat behendigheid om daar te gaan liggen en vast te maken, daarom is het plaatje ook nog vrij denk ik, maar dat lukt prima. In Elburg vind je nog de sfeer van een vissershaven van de vroegere Zuiderzee en als je door de Vispoort de stad in gaat, loop je met wat fantasie zo de middeleeuwen in. Dit is zo’n plaatsje dat je niet over mag slaan als je het randmeer langs vaart. Direct door de poort achter het bolwerk is nog een werkende lijnbaan waar touw wordt geslagen. Voor de liefhebber is de kruidentuin ook altijd leuk. Achter in de haven ligt nog steeds een heuse bottervloot, niet meer voor de visvangst maar voor recreatie.
Zondag blijven we ook in Elburg, dochter met schoonzoon komen op visite. Gezellig dus. Als we ’s middags een gebakken visje willen halen blijkt tot onze verbazing de viswinkel op de haven dicht te zijn. Dan maar, met enige teleurstelling, patat bij de snackbar er naast.

Maandag 11 juli  Als we Elburg weer uitvaren, staat er een vrij krachtige wind uit het ZW. We stampen behoorlijk en krijgen nogal wat buiswater over. Het kan allemaal geen kwaad en er dreigt ook geen gevaar, maar dit is niet onze beleving van “pleziervaren”. We besluiten om in Harderwijk naar binnen te gaan. Als we na het aquaduct de haven in draaien treffen we weinig herkenbaars van Harderwijk aan. De gemeente haven aan BB is weg. Het jachthaventje aan SB, naast het Dolfinarium, is weg. Daarvoor in de plaats is het nu één grote zandvlakte. Je weet werkelijk niet wat je ziet, alleen achterin aan SB is nog een stukje kade met wat ligplaatsen en die zijn bezet. We keren om en gaan het woelige water weer op, jammer maar in Harderwijk hebben we niets meer te zoeken. We varen door naar Nijkerk. Voor de sluis aan SB is prima ligplaats aan een vernieuwde kade. Er is een sanitaire voorziening en bij mooi zomerweer is het strand onder handbereik.

Dinsdag 12 juli Het is vandaag zeker geen strandweer, dus we gaan verder. De volgende aanloophaven wordt Spakenburg. Het is alweer een paar jaar geleden dat we hier zijn geweest en ook hier is het nodige veranderd. Aan BB ook hier een nieuwe kade, vooraan is een plaatsje vrij en daar maken we vast. Verder naar binnen is aan BB, net voor de jachthaven, nog een jachthaven gemaakt. Spakenburg, of eigenlijk Bunschoten-Spakenburg, heeft ook de kenmerken van een vroegere Zuiderzee haven. Ook hier een heuse bottervloot. In de oude haven is nog een traditionele werf waar deze houten vissersschepen worden onderhouden.
We blijven een paar dagen in deze gezellige haven. Zo nemen we ook nog de wekelijkse avond wetstrijd van de botters mee. De hele vloot vaart uit het randmeer op om daar een wedstrijd te zeilen. Om dat we helemaal vooraan in de haven liggen kunnen we het allemaal goed volgen, het is een mooi gezicht.

Donderdag 14 juli  Vandaag gaan we richting Amersfoort. Het is nog een paar km. het
De Koppelpoort
Randmeer langs en dan het riviertje de Eem op. De Eem slingert langs Eemdijk en Baarn en is bevaarbaar tot even voor de Koppelpoort in Amersfoort. Daar is aan BB ook de ligplaats voor passanten. Amersfoort is een mooie stad om te shoppen, maar de liefhebber van historie en oudheden kan zich hier ook prima vermaken. Het is druk aan de passantensteiger en op aanwijzing van de havenmeester wordt er wat geschoven met de boten om iedereen toch een plaatsje te geven.

Zondag 17 juli   Een paar dagen Amersfoort was leuk, maar vandaag gaan we weer verder. De Eem afvaren naar het randmeer. Ons doel is richting Urk, maar omdat het vandaag ook weer stevig waait gaan we niet via het IJsselmeer. We gaan door de Flevopolder, dus in Almere Haven naar binnen. Ik had een oude Waterkampioen aan boord met daarin een beschrijving van twee routes door Almere. Eén korte route met een doorvaarhoogte van 2,50 en een lange die door heel Almere slingert met een doorvaarhoogte 2,25. Echter, als ik mijn kaart bekijk zijn beide routes 2,50 en dus bevaarbaar voor ons. Eigenlijk denken we dat de langste route het leukst is om te varen. Als we in de sluis liggen vraag ik de sluismeester of die weet hoe het zit, maar ik krijg geen duidelijk antwoord. Toch heb ik om één of andere reden meer vertrouwen in mijn kaart dan in het verhaaltje van de Waterkampioen, dus we gaan voor de lange route. Het is voor ons ook allemaal nieuw, de Flevopolder is denk ik het enige stukje Nederland waar we nog nooit hebben gevaren. Bij de eerste brug van de route staat een bord dat aangeeft dat de doorvaarthoogte 2,25 is. Met alles plat is onze kruiphoogte 2,35 en het is op afstand al duidelijk te zien dat de brug voor ons minsten 2,50 hoog is. We schuiven er met ruime marge onderdoor. Het lijkt me logies dat, in en een nog betrekkelijk nieuwe stad, alle bruggen even hoog zijn, dus we varen door. Het is een mooie tocht door de verschillende wijken van Almere, afgewisseld met een paar meertjes. Bij Almere Buiten is een passantensteiger en daar blijven we voor de nacht.


Maandag 18 juli  Vandaag naar Urk toe, maar eerst onze tocht door Almere afmaken. Als we
Urk
de laatste bebouwing langs de Langevaart voorbij zijn hebben we een tocht van ruim 22 kilometer door Almere gemaakt. We kozen voor de lange route en dat was ook een leuke route. We varen langs het gebied van de Oostvaardersplassen, dan naar BB om via de sluis in Lelystad 6 meter hoger de polder weer te verlaten. Dan nog een keer schutten in de Houtribsluizen en het IJsselmeer ligt voor ons. He zetten koers naar Urk. Als we de haven van Urk binnen varen zien we dat hier ook veranderingen zijn. Langs de hele Westelijke havendam is een steiger gemaakt en dat lijkt ons een mooie plaats om aan te leggen. Er is altijd veel bedrijvigheid in de haven van Urk en zeker als wij er zijn. Op het IJsselmeer is men bezig met de opnamen van een Hollywoodfilm “Duinkerken”, een film over de 2e wereldoorlog. ’s Morgens vertrekt de hele vloot, 2 oorlogsschepen, een sleepboot, een stel viskottertjes en ondersteunende vaartuigen de haven en ’s avonds komt de hele optocht weer naar binnen.

Donderdag 21  Het is vandaag wel redelijk weer en er staat niet veel wind, we besluiten om maar eens aan de andere kant van het IJsselmeer te gaan kijken. Als we de haven van Urk uit zijn zet ik koers naar De Ven en gaan dan naar Medemblik. Ook alweer zo’n mooie IJsselmeerhaven en wat hebben we weer een mooi plaatsje, vlak naast kasteel Radboud. Medemblik heeft een mooie binnenstad en een gezellige haven. Ook heel leuk is het stoom museum en het stoomtreintje naar Hoorn. Als je dan toch een keer in Medemblik bent, ga dan ook maar even bij het bakkerij museum langs. Al met al, vermaak genoeg.


Zondag 24 juli  De weersverwachting voor vandaag was zonnig en weinig wind, dus mooi weer om het IJsselmeer weer op te gaan. We gaan weer richting Friesland. In Stavoren en Workum zijn we al vaker naar binnen gegaan, daarom wordt het deze keer Makkum.
Muggen, ze zitten overal........
Eenmaal uit de haven gaat de stuurautomaat er op en aan het eind van de streep moet Makkum liggen. Als we een half uurtje onderweg zijn valt het zuchtje wind dat er is ook helemaal weg, het is bladstil. In een ommezien zit de hele boot van binnen en van buiten onder de muggen. Hele zwermen muggen vliegen me om de oren. Is het een keer mooi weer, heb je dit……. Als we in de geul van Makkum zijn is het vliegende gespuis ook weer vertrokken, ja de boot zit er nog wel onder hoor, maar er vliegt niks meer rond. Voor de sluis van Makkum ligt een boot aan het steiger te wachten om naar binnen te schutten. Als we er achter vast maken roep de man ons aan, we kunnen niet naar binnen want de brug direct na de sluit is kapot. Dat geeft mooi de gelegenheid om de boot goed schoon te maken en alle verstekelingen te verwijderen. Willy is binnen druk in de weer met de stofzuiger en ik ga buiten aan het soppen. De havenmeester vertelt dat het wel twee dagen kan duren voordat het mankement aan de brug is verholpen. De volgende morgen staat er een busje van de gemeente bij de sluis en de buurman heeft met de mannen gesproken, rond de middag is het karwei wel geklaard. Ik heb niet zoveel vertrouwen in dat verhaal en als ik even later met de hond de wal op ga is het busje nergens meer te vinden. We wachten het verder niet af en vertrekken naar Workum. Er staat een Z tot ZW wind en die is vrij krachtig tot hard, dus we stampen er behoorlijk in op, maar deze keer geen muggen. Even na de middag zijn we weer in Sneek en dus weer thuis. Het was weer een leuke vaartocht van ruim 460 km.